Opening expositie gevierd met boekpresentatie
In 2015 werd Aviodrome bezocht door een team van de vooraanstaande Russische culturele organisaties van het Vladimir-Suzdal, History, Architecture and Art Museum and Reserve en The State Library for Foreign Literature. Doel was om onderzoek te verrichten naar het uitgebreide Iwan Smirnoff-archief in Aviodrome dat grotendeels als legaat uit de nalatenschap van Smirnoff verkregen is. Naar aanleiding van het bezoek werd door het Vladimir-team het plan opgevat om, in samenwerking met Aviodrome, een fotoboek samen te stellen over het leven van Iwan Smirnoff ter herdenking van zijn overlijden in 1956, in 2016 reeds 60 jaar geleden. Op deze wijze wilde men de wereldvermaarde, maar in zijn moederland Rusland onbekende of vergeten heldhaftige vliegenier Smirnoff, de eer geven, die hem toekomt. Nu, twee jaar later, is het project afgerond, met als resultaat een prachtig beschrijvend fotoboek in de Russische en Engels taal, getiteld ‘Iwan Smirnoff, the Russian Flying Dutchman’.
Op 21 september kwamen diverse leden van het team van het Vladimir-Suzdal Museum en The State Library for Foreign Literature het boek in Aviodrome presenteren.
Om Iwan Smirnoff, een van de beroemdste KLM-vliegers van voor de Tweede Wereldoorlog te eren heeft het Aviodrome een kleine, maar fijne en boeiende tentoonstelling samengesteld met diverse items uit het legaat van Smirnoff.
Iwan Smirnoff gezagvoerder Pelikaan, kerstvlucht naar Nederlands-Indië (1933)
Iwan Smirnoff werd geboren in het tsaristische Rusland. Hij nam bij aanvang van de Eerste Wereldoorlog vrijwillig dienst in het Russische leger en ontving voor zijn daden in 1914 het Kruis van Sint-Joris. Vanwege zijn verwondingen ging hij zijn aandacht richten op de luchtvaart en behaalde hij zijn militair vliegbrevet in 1915. Hij wist als jachtvlieger twaalf overwinningen op zijn naam te zetten en werd daarmee de vierde aas van Rusland (achter Aleksandr Kazakov, Vasili Jantsjenko, Pavel Argejev (d'Argueff)).
Bij het uitbreken van de Russische revolutie vluchtte Smirnoff met twee lotgenoten via Vladivostok en vele andere plaatsen uiteindelijk naar Londen, waar hij en alleen Longin Lipski aankwamen. Zij kwamen in dienst van RAF tot het einde van de oorlog. Na de oorlog werkte hij eerst als instructeur voor Russische piloten in Engeland daarna besloot hij terug te gaan naar Rusland om Generaal Anton Denikin van het Vrijwilligersleger te helpen. Hij moest bij aankomst echter alweer halsoverkop vluchten voor het opkomende Rode leger. Hij vertrok weer naar Londen en had daar een baan als inkoper voor het Witte Leger en - na diens nederlaag - als vliegtuigmonteur bij Handley Page. In 1921 nam hij dienst bij het Belgische SNETA toen deze net het merendeel van zijn vloot in vlammen zag op gaan. Hij verhuisde naar de KLM. Op 23 oktober 1925 trouwde hij met de Deense actrice Margot Linnet. Drie jaar later werd hij tot Nederlander genaturaliseerd.
Bij de KLM werd hij beroemd als gezagvoerder van de Kerstvlucht van 1933 naar Nederlands-Indië. Deze postvlucht zou in eerste instantie uitgevoerd worden met de nieuwe Fokker F.XX PH-AIZ "Zilvermeeuw". Door een motorstoring was deze machine onbruikbaar. De enige machine die beschikbaar was, was de beduidend langzamere Fokker F.XVIII PH-AIP "Pelikaan". Albert Plesman besloot dat Smirnoff en zijn bemanning, bestaande uit tweede bestuurder Piet Soer, Marconist C. H. van Beukering en werktuigkundige J. Grosfeld, de vlucht dan maar met dit toestel moesten maken. Het lukte de bemanning om de vlucht in een recordtijd te volbrengen. Op 22 december 1933 werd Batavia bereikt. Op 26 december werd vertrokken voor de retourvlucht. Ondanks slecht weer op de terugweg werd de route nog iets sneller afgelegd en in de avond van 30 december 1933 landde de "Pelikaan" op een koud en mistig Schiphol waar meer dan 20.000 bezoekers waren toegestroomd om de bemanning te huldigen.