Mercedes-Benz SLS AMG ‘Gullwing’, ‘vliegtuig’ voor op de weg
Tekst Gerrit Brand
Fotografie Suhaila Sahmarani
De associatie met vliegen ligt voor de hand. Als je die vleugeldeuren openzet, lijkt de Mercedes-Benz SLS AMG net een vliegtuig met zijn lange neus, Mercedes-ster in de grille, die aan de luchtinlaat van een straaljager doet denken, en de ‘silver shadow’-vinnen in de luchtroosters van de voorste spatborden. De topsnelheid van de SLS bedraagt maar liefst 317 kilometer per uur, een snelheid waarbij de Antonov 2 waarmee we de SLS op vliegveld Teuge fotografeerden al lang het luchtruim heeft gekozen. Bij de Mercedes doet de spoiler op de achterklep dan juist zijn uiterste best de wagen op het wegdek vast te houden.
We rijden een dag met de SLS en trekken enorm veel bekijks, of je de wagen nu bij een benzinestation weer volgooit of even een hapje gaat eten bij een wegrestaurant, gegarandeerd dat je wordt aangesproken en dat mensen je vragen of ze even een foto mogen nemen.
Op vliegveld Teuge was het tweede weekend in augustus een Antonov 2 –meeting. Op touw gezet door Rob de Man van Classic Wings, de Nederlandse tak van het Duitse Classic Wings dat verschillende vliegtuigen van het type Antonov 2 exploiteert en daar hele leuke dingen meedoet. Zo maakten we onder andere vorig jaar een uitstapje met de Antonov 2 naar de Goodwood Revival, hèt evenement op gebied van klassieke auto’s en vliegtuigen in Engeland.
De Mercedes-Benz SLS en de Antonov 2 vormen een prachtige combinatie op de foto. Beide even stoer, dezelfde kleur, allebei voertuigen met ‘heritage’.
De Antonov 2 werd tijdens de Tweede Wereldoorlog in de Sovjet Unie ontworpen (door de Rus Oleg Antonov) en beleefde zijn hoogtijdagen in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw. De Mercedes SLS AMG is natuurlijk geïnspireerd op de SL Gullwing uit de jaren ’50. Jazeker, vijftig jaar geleden bouwde Mercedes-Benz al een auto met vleugeldeuren, die – toen ook al (!) – zo’n 300 kilometer per uur als topsnelheid had. Die vleugeldeuren zullen wel wat onhandig geweest zijn (je kunt je daarbij van alles voorstellen) en misschien ook duur in onderhoud, want na de ‘Gullwing’ bouwde Mercedes nooit meer een wagen met vleugeldeuren, tot de nieuwe SLS Gullwing waar wij mee rijden.
Eigenlijk kun je zo’n auto helemaal niet goed uitproberen op de openbare weg. De snelweg van Utrecht naar Apeldoorn zit de hele tijd vol langzaam rijdend en stilstaand verkeer, gelukkig meer langzaam rijdend dan stilstaand. Af en toe trekken we een sprintje met de 571 paardekrachten tellende motor (die de auto idealiter van 0 naar 100 kan katapulteren in 3.8 seconden). Wat je dan hoort is een enorme grauw vanonder de motorkap vandaan, alsof een kennel Duitse doggen aanslaat. Ge-wel-dig. We weten dat het asociaal overkomt, maar kunnen het niet laten af en toe de andere weggebruikers schrik aan te jagen. (Is er een goede vertaling voor het Engelse: to scare the hell out of them?)
Even wat techniek, want je wilt toch weten waarom deze Duitse superportwagen maar liefst een dikke 250.000 euro kost. De auto beschikt over een aluminium spaceframe in combinatie met vleugeldeuren. De motor is een 6.2-liter AMG V8 met dry-sump-smering (prachtig; welke auto heeft dat tegenwoordig nog?), die in front-mid-configuratie geplaatst is. Trek de motorkap maar eens open en dan zie je dat de motor achter de vooras geplaatst is. Ideaal voor de gewichtsverdeling. Overigens heeft de SLS een neus van maar liefst twee meter, dat zie je, en daarvan ben je je ten zeerste bewust als je achter het stuur zit. Wel eens gehoord van Freud? Die lange motorkap maakt de SLS een echte mannenauto, welke vrouw wil er nu ook met zo’n penisverlenger rondrijden (en welke man niet)?
De motor is gekoppeld aan een nieuwe zeventraps transmissie met dubbele koppeling. Deze geavanceerde versnellingsbak is tegen de achteras geplaatst voor een optimale gewichtsverdeling van 47% voor en 53% achtrer. Het totaalgewicht van de wagen bedraagt maar 1520 kg. Dat is weinig in vergelijking met het gewicht van vergelijkbare superauto’s, allemaal te danken aan het gebruik van lichtmetaal. Het zwaartepunt ligt laag en dat is samen met het sportonderstel met aluminium double wishbones de basis voor een uitermate dynamisch weggedrag en karakter. De auto stuurt enorm direct, alsof het stuur zonder enige poespas direct aan de wielen vastzit. De wegligging is grandioos, geen moment heb je het gevoel dat je de wagen niet meer in bedwang hebt. Eigenlijk is hij bij ‘lage’ snelheden (tot 200 km/h) gewoon dociel te noemen. Hoe dat wordt bij 300 km/h kan ik helaas niet zeggen. Zo hard mogen wij in Nederland niet rijden.
Het interieur is prachtig. Nog een vergelijking met een vliegtuig, het is net alsof je in een cockpit stapt. Het dashboard heeft een vleugelvorm en benadrukt daardoor de breedte van het passagierscompartiment. Het is geen gezellige auto, je kunt natuurlijk wel een mooie vrouw meenemen (we blijven er even vanuit gaan dat dit een mannenauto is), maar haar aanraken wordt moeilijk met die brede middenconsole tussen de beide voorstoelen in. Het instrumentenpaneel is doodsimpel met twee ronde, in matzilveren hulzen gevatte klokken met een zilvergrijze wijzerplaat, rode wijzers en witte verlichting. Op die klokken wordt overigens digitaal alle informatie verstrekt die je als bestuurder nodig hebt tijdens het rijden.
In de brede middenconsole zit de zogenaamde AMG DRIVE UNIT. Deze maakt het mogelijk een persoonlijke setup van de auto te realiseren. De E-SELECT-pookknop waarmee de versnellingsbak bediend kan worden heeft dezelfde vorm als de hendel waarmee piloten de stuwkracht van een vliegtuig regelen (sic!).
Het spreekt voor zich dat voor de afwerking van het interieur alleen de beste en mooiste materialen zijn gebruikt: echt staal, fijn nappaleer en hightech carbon.
Men zal zich afvragen of die vleugeldeuren nu wel handig zijn in het gebruik. Eigenlijk zijn ze heel handig, ze maken een solide indruk. De deuren zijn onder een hoek van 70 graden te openen, wat de in- en uitstap heel gemakkelijk maakt. Overigens stoot ik de eerste keer bij het uitstappen wel meteen mijn hoofd aan de openstaande deur boven me. Maar zelfs een ezel stoot zich niet twee keer aan dezelfde steen en ik leer snel dat ik niet meteen rechtop moet gaan staan als het ene been uit de wagen is. Het openen en sluiten van de deuren gaat dankzij twee gasdempers per deur. De deuren kunnen in een standaard garage volledig worden geopend.
Tijdens het fotograferen op Teuge trekt de wagen veel bekijks. Er staan altijd al mensen achter de hekken naar de vliegtuigen te kijken, maar met de SLS erbij is de sensatie compleet. Reken er dus niet op, dat je anoniem rond kunt rijden, als je in een SLS ‘Gullwing’ rijdt. Het is geen Porsche of Jaguar waar tegenwoordig geen mens meer naar omkijkt, maar een echte supersportwagen met de nodige excentrieke trekjes. Zeldzaam als een vliegtuig, maar wel even stoer als een Antonov 2.
Fotografie Suhaila Sahmarani
De associatie met vliegen ligt voor de hand. Als je die vleugeldeuren openzet, lijkt de Mercedes-Benz SLS AMG net een vliegtuig met zijn lange neus, Mercedes-ster in de grille, die aan de luchtinlaat van een straaljager doet denken, en de ‘silver shadow’-vinnen in de luchtroosters van de voorste spatborden. De topsnelheid van de SLS bedraagt maar liefst 317 kilometer per uur, een snelheid waarbij de Antonov 2 waarmee we de SLS op vliegveld Teuge fotografeerden al lang het luchtruim heeft gekozen. Bij de Mercedes doet de spoiler op de achterklep dan juist zijn uiterste best de wagen op het wegdek vast te houden.
We rijden een dag met de SLS en trekken enorm veel bekijks, of je de wagen nu bij een benzinestation weer volgooit of even een hapje gaat eten bij een wegrestaurant, gegarandeerd dat je wordt aangesproken en dat mensen je vragen of ze even een foto mogen nemen.
Op vliegveld Teuge was het tweede weekend in augustus een Antonov 2 –meeting. Op touw gezet door Rob de Man van Classic Wings, de Nederlandse tak van het Duitse Classic Wings dat verschillende vliegtuigen van het type Antonov 2 exploiteert en daar hele leuke dingen meedoet. Zo maakten we onder andere vorig jaar een uitstapje met de Antonov 2 naar de Goodwood Revival, hèt evenement op gebied van klassieke auto’s en vliegtuigen in Engeland.
De Mercedes-Benz SLS en de Antonov 2 vormen een prachtige combinatie op de foto. Beide even stoer, dezelfde kleur, allebei voertuigen met ‘heritage’.
De Antonov 2 werd tijdens de Tweede Wereldoorlog in de Sovjet Unie ontworpen (door de Rus Oleg Antonov) en beleefde zijn hoogtijdagen in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw. De Mercedes SLS AMG is natuurlijk geïnspireerd op de SL Gullwing uit de jaren ’50. Jazeker, vijftig jaar geleden bouwde Mercedes-Benz al een auto met vleugeldeuren, die – toen ook al (!) – zo’n 300 kilometer per uur als topsnelheid had. Die vleugeldeuren zullen wel wat onhandig geweest zijn (je kunt je daarbij van alles voorstellen) en misschien ook duur in onderhoud, want na de ‘Gullwing’ bouwde Mercedes nooit meer een wagen met vleugeldeuren, tot de nieuwe SLS Gullwing waar wij mee rijden.
Eigenlijk kun je zo’n auto helemaal niet goed uitproberen op de openbare weg. De snelweg van Utrecht naar Apeldoorn zit de hele tijd vol langzaam rijdend en stilstaand verkeer, gelukkig meer langzaam rijdend dan stilstaand. Af en toe trekken we een sprintje met de 571 paardekrachten tellende motor (die de auto idealiter van 0 naar 100 kan katapulteren in 3.8 seconden). Wat je dan hoort is een enorme grauw vanonder de motorkap vandaan, alsof een kennel Duitse doggen aanslaat. Ge-wel-dig. We weten dat het asociaal overkomt, maar kunnen het niet laten af en toe de andere weggebruikers schrik aan te jagen. (Is er een goede vertaling voor het Engelse: to scare the hell out of them?)
Even wat techniek, want je wilt toch weten waarom deze Duitse superportwagen maar liefst een dikke 250.000 euro kost. De auto beschikt over een aluminium spaceframe in combinatie met vleugeldeuren. De motor is een 6.2-liter AMG V8 met dry-sump-smering (prachtig; welke auto heeft dat tegenwoordig nog?), die in front-mid-configuratie geplaatst is. Trek de motorkap maar eens open en dan zie je dat de motor achter de vooras geplaatst is. Ideaal voor de gewichtsverdeling. Overigens heeft de SLS een neus van maar liefst twee meter, dat zie je, en daarvan ben je je ten zeerste bewust als je achter het stuur zit. Wel eens gehoord van Freud? Die lange motorkap maakt de SLS een echte mannenauto, welke vrouw wil er nu ook met zo’n penisverlenger rondrijden (en welke man niet)?
De motor is gekoppeld aan een nieuwe zeventraps transmissie met dubbele koppeling. Deze geavanceerde versnellingsbak is tegen de achteras geplaatst voor een optimale gewichtsverdeling van 47% voor en 53% achtrer. Het totaalgewicht van de wagen bedraagt maar 1520 kg. Dat is weinig in vergelijking met het gewicht van vergelijkbare superauto’s, allemaal te danken aan het gebruik van lichtmetaal. Het zwaartepunt ligt laag en dat is samen met het sportonderstel met aluminium double wishbones de basis voor een uitermate dynamisch weggedrag en karakter. De auto stuurt enorm direct, alsof het stuur zonder enige poespas direct aan de wielen vastzit. De wegligging is grandioos, geen moment heb je het gevoel dat je de wagen niet meer in bedwang hebt. Eigenlijk is hij bij ‘lage’ snelheden (tot 200 km/h) gewoon dociel te noemen. Hoe dat wordt bij 300 km/h kan ik helaas niet zeggen. Zo hard mogen wij in Nederland niet rijden.
Het interieur is prachtig. Nog een vergelijking met een vliegtuig, het is net alsof je in een cockpit stapt. Het dashboard heeft een vleugelvorm en benadrukt daardoor de breedte van het passagierscompartiment. Het is geen gezellige auto, je kunt natuurlijk wel een mooie vrouw meenemen (we blijven er even vanuit gaan dat dit een mannenauto is), maar haar aanraken wordt moeilijk met die brede middenconsole tussen de beide voorstoelen in. Het instrumentenpaneel is doodsimpel met twee ronde, in matzilveren hulzen gevatte klokken met een zilvergrijze wijzerplaat, rode wijzers en witte verlichting. Op die klokken wordt overigens digitaal alle informatie verstrekt die je als bestuurder nodig hebt tijdens het rijden.
In de brede middenconsole zit de zogenaamde AMG DRIVE UNIT. Deze maakt het mogelijk een persoonlijke setup van de auto te realiseren. De E-SELECT-pookknop waarmee de versnellingsbak bediend kan worden heeft dezelfde vorm als de hendel waarmee piloten de stuwkracht van een vliegtuig regelen (sic!).
Het spreekt voor zich dat voor de afwerking van het interieur alleen de beste en mooiste materialen zijn gebruikt: echt staal, fijn nappaleer en hightech carbon.
Men zal zich afvragen of die vleugeldeuren nu wel handig zijn in het gebruik. Eigenlijk zijn ze heel handig, ze maken een solide indruk. De deuren zijn onder een hoek van 70 graden te openen, wat de in- en uitstap heel gemakkelijk maakt. Overigens stoot ik de eerste keer bij het uitstappen wel meteen mijn hoofd aan de openstaande deur boven me. Maar zelfs een ezel stoot zich niet twee keer aan dezelfde steen en ik leer snel dat ik niet meteen rechtop moet gaan staan als het ene been uit de wagen is. Het openen en sluiten van de deuren gaat dankzij twee gasdempers per deur. De deuren kunnen in een standaard garage volledig worden geopend.
Tijdens het fotograferen op Teuge trekt de wagen veel bekijks. Er staan altijd al mensen achter de hekken naar de vliegtuigen te kijken, maar met de SLS erbij is de sensatie compleet. Reken er dus niet op, dat je anoniem rond kunt rijden, als je in een SLS ‘Gullwing’ rijdt. Het is geen Porsche of Jaguar waar tegenwoordig geen mens meer naar omkijkt, maar een echte supersportwagen met de nodige excentrieke trekjes. Zeldzaam als een vliegtuig, maar wel even stoer als een Antonov 2.
|
Portret van een doorzetter, Rob de Man, verslaafd aan vliegen
21.01.2011
Er zijn twee soorten piloten, mensen die in een keurig uniform met strepen op de mouw passagiers van a naar b vliegen en mensen die in een besmeurde overall met olie tot aan de ellebogen door het luchtruim jakkeren. Rob de Man behoort tot beide categorieën. In het dagelijks leven is hij piloot bij Solid Air en vliegt hij op de Falcon 900 business-jet, maar al zijn vrije tijd gaat zitten in zijn passie, het vliegen met klassieke vliegtuigen, in het bijzonder zijn eigen Antonov 2 en De Havilland Chipmunk DHC 1.
Hoewel het weer abominabel was kwam De Man samen met Robbie Senechal (wie kent hem niet) uit Teuge naar Hoogeveen gevlogen voor dit interview. Op een uitgestorven en druilerig EHHO praatten we bij in het restaurant.
Hoe ben je zo in de klassieke vliegwereld verzeild geraakt? Immers niet elke jet-pilot is gecharmeerd van die ouwe kisten.
De Man: ‘Ik vlieg al sinds begin jaren ’90. Heb mijn brevetten in de Verenigde Staten gehaald en later via de KLS mijn brevetten omgezet om daarna nog de nodige typeratings te halen. Mijn werk is dan ook vliegen in zakenjets, wat natuurlijk een fantastische job is, maar sinds een jaar of vier heb ik echt de historische luchtvaart ontdekt. Ik ben er ingerold, doordat ik me bezig hield met het organiseren van luchtshows en op een gegeven moment in aanraking kwam met Thomas Gebing die in Niederrhein met Antonovs vloog gedurende een airshow. Zijn bedrijf is Classic Wings DLD en wij vormen op Teuge de Nederlandse tak van Classic Wings.’
Rob de Man vliegt met zijn eigen Antonov 2, een fantastische kist waar hij elk jaar mooie trips mee maakt. Zo vlogen wij twee jaar geleden met Rob naar Goodwood in Engeland om de Goodwood Revival mee te maken. Bij voldoende belangstelling staat ook Goodwood dit jaar weer op het programma. De Antonov 2 van De Man is zonder meer een van de mooiste die er op aarde rondvliegen. Rob schat dat er nog wel zo’n duizend van deze in de jaren ’50 gebouwde Russische kisten luchtwaardig zijn, maar aangezien het echte werkpaarden zijn en dus ook als zodanig gebruikt werden, vooral in het voormalig Oostblok en Afrika, zijn de meeste behoorlijk afgeragd. Maar die van De Man leidde een redelijk beschut leven als lijnvliegtuig in Oost-Duitsland. Het toestel stamt uit 1957. Classic Wings beschikt over een AOC, Air Operator Certificate, en mag er dus officieel passagiers mee vervoeren. Het toestel wordt in Kamenz onderhouden, bij het bedrijf dat oorspronkelijk in Oost-Duitsland Antonovs onderhield.
Daarnaast is Rob de Man in het bezit van een Chipmunk. ‘Dat toestel is oorspronkelijk een opleidingsvliegtuig van de Engelse luchtmacht en stamt ook uit de jaren ’50. Het is een tweezitter, de best of both worlds,’ aldus De Man die er rustig loopings en rolls mee maakt. Voor de gelegenheid had hij vliegmaat Robbie Senechal meegenomen. Senechal vliegt eigenlijk alleen maar met staartwielkisten. Wie wil leren vliegen op taildraggers moet beslist eens een lesje van hem proberen.
Hoe ziet de toekomst eruit, Rob? Wat zijn de plannen?
‘Laat ik voorop stellen dat ik hoop dat de economie een beetje mee blijft werken, en dat we voldoende betalende passagiers houden voor Classic Wings om rendabel te kunnen blijven. Want vliegen met Antonovs is niet goedkoop. Als deze hobby geld gaat kosten, gaat de lol eraf en bij een Antonov loopt het meteen in de duizenden euro’s als er geld bij moet.’ (De Man is nog nauwelijks bekomen van het fiasco van de vliegshow Wings and Wheels op Midden-Zeeland vorig jaar, waarvan de organisator failliet ging, wat een behoorlijke financiële aderlating voor Classic Wings betekende). We vliegen veel op airshows en zijn altijd bereid langs te komen.’ De Man beschikt (samen met een collega-vlieger) over een Display Authorisatie.
Rob vertelt dat hij vorig jaar samen met aerobatic piloot Frank Versteegh het bedrijfsleven heeft geëntertaind, wat naar meer smaakte. ‘Een piloot moet over vaardigheden beschikken die veel raakvlakken vertonen met de vaardigheden waar een manager zijn bedrijf mee aanstuurt. Daar valt een mooie presentatie van te maken. In combinatie met een (personeels)vlucht in de Antonov heb je een fraaie incentive voor het bedrijfsleven. Die kant willen we meer op.’
In 2009 deed De Man mee in een Nederlandse filmproductie, een korte film van de NPS, Val dood. Van 11 tot en met 12 augustus organiseert Rob de Man de jaarlijkse Antonov 2 meeting, die elk jaar in een ander land is, op Teuge. ‘We verwachten zo’n twintig Antonovs. Dat wordt een prachtig spektakel, zo’n bijeenkomst van allemaal vliegtuigen met radiaalmotoren van zo’n 1000 pk.’
21.01.2011
Er zijn twee soorten piloten, mensen die in een keurig uniform met strepen op de mouw passagiers van a naar b vliegen en mensen die in een besmeurde overall met olie tot aan de ellebogen door het luchtruim jakkeren. Rob de Man behoort tot beide categorieën. In het dagelijks leven is hij piloot bij Solid Air en vliegt hij op de Falcon 900 business-jet, maar al zijn vrije tijd gaat zitten in zijn passie, het vliegen met klassieke vliegtuigen, in het bijzonder zijn eigen Antonov 2 en De Havilland Chipmunk DHC 1.
Hoewel het weer abominabel was kwam De Man samen met Robbie Senechal (wie kent hem niet) uit Teuge naar Hoogeveen gevlogen voor dit interview. Op een uitgestorven en druilerig EHHO praatten we bij in het restaurant.
Hoe ben je zo in de klassieke vliegwereld verzeild geraakt? Immers niet elke jet-pilot is gecharmeerd van die ouwe kisten.
De Man: ‘Ik vlieg al sinds begin jaren ’90. Heb mijn brevetten in de Verenigde Staten gehaald en later via de KLS mijn brevetten omgezet om daarna nog de nodige typeratings te halen. Mijn werk is dan ook vliegen in zakenjets, wat natuurlijk een fantastische job is, maar sinds een jaar of vier heb ik echt de historische luchtvaart ontdekt. Ik ben er ingerold, doordat ik me bezig hield met het organiseren van luchtshows en op een gegeven moment in aanraking kwam met Thomas Gebing die in Niederrhein met Antonovs vloog gedurende een airshow. Zijn bedrijf is Classic Wings DLD en wij vormen op Teuge de Nederlandse tak van Classic Wings.’
Rob de Man vliegt met zijn eigen Antonov 2, een fantastische kist waar hij elk jaar mooie trips mee maakt. Zo vlogen wij twee jaar geleden met Rob naar Goodwood in Engeland om de Goodwood Revival mee te maken. Bij voldoende belangstelling staat ook Goodwood dit jaar weer op het programma. De Antonov 2 van De Man is zonder meer een van de mooiste die er op aarde rondvliegen. Rob schat dat er nog wel zo’n duizend van deze in de jaren ’50 gebouwde Russische kisten luchtwaardig zijn, maar aangezien het echte werkpaarden zijn en dus ook als zodanig gebruikt werden, vooral in het voormalig Oostblok en Afrika, zijn de meeste behoorlijk afgeragd. Maar die van De Man leidde een redelijk beschut leven als lijnvliegtuig in Oost-Duitsland. Het toestel stamt uit 1957. Classic Wings beschikt over een AOC, Air Operator Certificate, en mag er dus officieel passagiers mee vervoeren. Het toestel wordt in Kamenz onderhouden, bij het bedrijf dat oorspronkelijk in Oost-Duitsland Antonovs onderhield.
Daarnaast is Rob de Man in het bezit van een Chipmunk. ‘Dat toestel is oorspronkelijk een opleidingsvliegtuig van de Engelse luchtmacht en stamt ook uit de jaren ’50. Het is een tweezitter, de best of both worlds,’ aldus De Man die er rustig loopings en rolls mee maakt. Voor de gelegenheid had hij vliegmaat Robbie Senechal meegenomen. Senechal vliegt eigenlijk alleen maar met staartwielkisten. Wie wil leren vliegen op taildraggers moet beslist eens een lesje van hem proberen.
Hoe ziet de toekomst eruit, Rob? Wat zijn de plannen?
‘Laat ik voorop stellen dat ik hoop dat de economie een beetje mee blijft werken, en dat we voldoende betalende passagiers houden voor Classic Wings om rendabel te kunnen blijven. Want vliegen met Antonovs is niet goedkoop. Als deze hobby geld gaat kosten, gaat de lol eraf en bij een Antonov loopt het meteen in de duizenden euro’s als er geld bij moet.’ (De Man is nog nauwelijks bekomen van het fiasco van de vliegshow Wings and Wheels op Midden-Zeeland vorig jaar, waarvan de organisator failliet ging, wat een behoorlijke financiële aderlating voor Classic Wings betekende). We vliegen veel op airshows en zijn altijd bereid langs te komen.’ De Man beschikt (samen met een collega-vlieger) over een Display Authorisatie.
Rob vertelt dat hij vorig jaar samen met aerobatic piloot Frank Versteegh het bedrijfsleven heeft geëntertaind, wat naar meer smaakte. ‘Een piloot moet over vaardigheden beschikken die veel raakvlakken vertonen met de vaardigheden waar een manager zijn bedrijf mee aanstuurt. Daar valt een mooie presentatie van te maken. In combinatie met een (personeels)vlucht in de Antonov heb je een fraaie incentive voor het bedrijfsleven. Die kant willen we meer op.’
In 2009 deed De Man mee in een Nederlandse filmproductie, een korte film van de NPS, Val dood. Van 11 tot en met 12 augustus organiseert Rob de Man de jaarlijkse Antonov 2 meeting, die elk jaar in een ander land is, op Teuge. ‘We verwachten zo’n twintig Antonovs. Dat wordt een prachtig spektakel, zo’n bijeenkomst van allemaal vliegtuigen met radiaalmotoren van zo’n 1000 pk.’
september 2009. De Goodwood Revival is in kringen van liefhebbers van klassieke auto’s en klassieke vliegtuigen hèt evenement van het jaar. Geen enkel classic evenement kan aan ‘Goodwood’ tippen. Dat weet ook Rob de Man van Classic Wings en dus organiseert hij elk jaar voor de liefhebbers een uitstapje naar Goodwood.
Dit jaar had ik ook maar eens een plaats in de Antonov 2 van Classic Wings geboekt. Ik was tijdens een Hoogvliegerdag op Eelde met Rob de Man in contact gekomen. U weet wel, de stichting Hoogvliegers organiseert vluchten voor chronisch en terminaal zieke kinderen. Dit jaar vliegen er in heel Nederland minstens duizend kinderen, vluchten waarvoor vliegend Nederland zich belangeloos inzet. Classic Wings doet ook vaak mee en zo had ik op Eelde een rondje met de Antonov meegedraaid. Daarbij kwam Goodwood ter sprake, ik betoonde me enthousiast en dus werd ik door De Man ook ingeboekt. Nou moet gezegd worden dat zo’n dagje Goodwood niet echt goedkoop is. Ga maar na, het is drie uur heen en drie uur terug. Maar het is wel een ervaring van jewelste om in zo’n ronkende machine uit de jaren vijftig langs de Nederlandse kust af te zakken, via Oostende en Knokke naar Calais vanwaar de oversteek gemaakt wordt naar Goodwood. Chichester aerodrome ligt langs de kust ten oosten van Portsmouth en Southampton. Op het landgoed Goodwood van Lord March, die er dus privé een vliegveld, maar wat nog veel bijzonderer is een racetrack op na houdt, waar elk jaar allerlei activiteiten op het gebied van autoraces (klassiek en modern), vliegen en zelfs paardenrennen worden georganiseerd. Freddie March, de grootvader van de huidige Earl of March, was in de jaren ’30 al een enthousiaste vlieger. Nog elk jaar wordt tijdens de Goodwood Revival een Concours de Elegance gehouden met uiteenlopende vliegtuigen als Spitfires, Cessna’s, Hawker Nimrod, Bolkow Bo-207 enz.
De reis naar Goodwood startte op zaterdag 19 september vanaf Teuge, de thuisbasis van Classic Wings. Gevlogen werd met een Antonov 2 en een De Havilland Chipmunk DHC1. Beide vliegtuigen waren volgetankt. De Antonov is sneller dan de Chipmunk maar we vlogen in formatie en dus kon de grote Rus het kalm aan doen. De Antonov van Classic Wings heeft jarenlang gevlogen in Oost-Duitsland waar passagiers naar de eilanden werden overgevlogen. Korte vluchtjes zoals Classic Wings die nog steeds maakt. De reis naar Engeland en terug was een enorme trip voor de Russische reus.
’s Werelds grootste eenmotorige dubbeldekker verkeert in tiptop conditie, is ruim van binnen (er kunnen negen passagiers mee) en behoorlijk comfortabel. Iemand van twee meter lengte kan er gerust rechtop instaan. Het enige vervelende is misschien het wat hoge geluidsniveau, maar ook daar valt goed mee te leven.
Na drie uur werd geland op Goodwood, wat op zich al een sensatie is. Beneden je zie je het circuit waar met klassieke auto’s op geracet wordt. Sterling Moss in actie. Buzz Aldrin loopt over het terrein met vliegtuigen als jurylid voor het concours de elegance. Helaas kregen we hem niet voor de lens, maar Sterling Moss wel.
Op Goodwood kleden de mensen zich in kledij uit het verleden. Yes, they look the part! Je krijgt er een vrolijk gevoel van. Je gaat met de menigte terug in de tijd. Overal ruikt het naar verbrande raceolie, er wordt gin-tonic en thee geschonken. Je eet een cakeje, wandelt wat rond, bekijkt de dames (en heren), bewondert de Cessna 195 (waarom worden zulke mooie toestellen toch niet meer gebouwd?), geniet van de Alfa Romeo’s uit de jaren ’30, de Ferrari’s uit de jaren ’50 en de Maserati’s uit de jaren ’60, de Jaguars, Aston Martins, Austin Healy’s en noem maar op vliegen je om de oren.
Om vier uur willen we terug. We zijn twee minuten te laat, en de verkeersleiding is keihard. De races beginnen zo en tijdens de races mag er niet gestart of geland worden. We moeten wachten. Erger nog, na de race die 20 minuten duurt zal er nog kort met een Avro Vulcan Jet een aantal low passes gemaakt worden. Ook daar moeten we op wachten. Maar dan dringt de tijd wel erg, want we moeten voor 8 uur (local time) terug zijn op Teuge. We vertrekken om 5 voor 5 (Nederlandse tijd) en arriveren om kwart voor 8 op Teuge. De Man heeft zelfs nog even snel bijgetankt met de Chipmunk op Midden-Zeeland. Zelf heb ik op de terugweg als co-piloot de kist op koers mogen houden en ik moet zeggen, dat valt nog niet mee. De Antonov heeft constant kleine correcties nodig. Eerlijk is eerlijk, na drie uur arriveerde ik met hoofdpijn.
Maar het is een heel apart gevoel zo’n enorme kist te besturen. Hij reageert vlot en prompt op de kleinste input. De stampende motor, dat uitgebreide instrumentenpaneel voor je neus met Russische belettering. Alles nog analoog en begrijpelijk. De Belgische kust aan je voorbij zien glijden, de Zeeuwse eilanden, de ‘grote rivieren’ en dan weer Teuge, waar in het zwoele zomeravondweer de terrassen vol zitten. Kortom, het was een geweldige dag. Gaat het weer een beetje, meneer Brand?
Tekst Gerrit Brand
Fotografie Gerrit Brand en Eduard Mossinkoff (AOPA-lid)
Dit jaar had ik ook maar eens een plaats in de Antonov 2 van Classic Wings geboekt. Ik was tijdens een Hoogvliegerdag op Eelde met Rob de Man in contact gekomen. U weet wel, de stichting Hoogvliegers organiseert vluchten voor chronisch en terminaal zieke kinderen. Dit jaar vliegen er in heel Nederland minstens duizend kinderen, vluchten waarvoor vliegend Nederland zich belangeloos inzet. Classic Wings doet ook vaak mee en zo had ik op Eelde een rondje met de Antonov meegedraaid. Daarbij kwam Goodwood ter sprake, ik betoonde me enthousiast en dus werd ik door De Man ook ingeboekt. Nou moet gezegd worden dat zo’n dagje Goodwood niet echt goedkoop is. Ga maar na, het is drie uur heen en drie uur terug. Maar het is wel een ervaring van jewelste om in zo’n ronkende machine uit de jaren vijftig langs de Nederlandse kust af te zakken, via Oostende en Knokke naar Calais vanwaar de oversteek gemaakt wordt naar Goodwood. Chichester aerodrome ligt langs de kust ten oosten van Portsmouth en Southampton. Op het landgoed Goodwood van Lord March, die er dus privé een vliegveld, maar wat nog veel bijzonderer is een racetrack op na houdt, waar elk jaar allerlei activiteiten op het gebied van autoraces (klassiek en modern), vliegen en zelfs paardenrennen worden georganiseerd. Freddie March, de grootvader van de huidige Earl of March, was in de jaren ’30 al een enthousiaste vlieger. Nog elk jaar wordt tijdens de Goodwood Revival een Concours de Elegance gehouden met uiteenlopende vliegtuigen als Spitfires, Cessna’s, Hawker Nimrod, Bolkow Bo-207 enz.
De reis naar Goodwood startte op zaterdag 19 september vanaf Teuge, de thuisbasis van Classic Wings. Gevlogen werd met een Antonov 2 en een De Havilland Chipmunk DHC1. Beide vliegtuigen waren volgetankt. De Antonov is sneller dan de Chipmunk maar we vlogen in formatie en dus kon de grote Rus het kalm aan doen. De Antonov van Classic Wings heeft jarenlang gevlogen in Oost-Duitsland waar passagiers naar de eilanden werden overgevlogen. Korte vluchtjes zoals Classic Wings die nog steeds maakt. De reis naar Engeland en terug was een enorme trip voor de Russische reus.
’s Werelds grootste eenmotorige dubbeldekker verkeert in tiptop conditie, is ruim van binnen (er kunnen negen passagiers mee) en behoorlijk comfortabel. Iemand van twee meter lengte kan er gerust rechtop instaan. Het enige vervelende is misschien het wat hoge geluidsniveau, maar ook daar valt goed mee te leven.
Na drie uur werd geland op Goodwood, wat op zich al een sensatie is. Beneden je zie je het circuit waar met klassieke auto’s op geracet wordt. Sterling Moss in actie. Buzz Aldrin loopt over het terrein met vliegtuigen als jurylid voor het concours de elegance. Helaas kregen we hem niet voor de lens, maar Sterling Moss wel.
Op Goodwood kleden de mensen zich in kledij uit het verleden. Yes, they look the part! Je krijgt er een vrolijk gevoel van. Je gaat met de menigte terug in de tijd. Overal ruikt het naar verbrande raceolie, er wordt gin-tonic en thee geschonken. Je eet een cakeje, wandelt wat rond, bekijkt de dames (en heren), bewondert de Cessna 195 (waarom worden zulke mooie toestellen toch niet meer gebouwd?), geniet van de Alfa Romeo’s uit de jaren ’30, de Ferrari’s uit de jaren ’50 en de Maserati’s uit de jaren ’60, de Jaguars, Aston Martins, Austin Healy’s en noem maar op vliegen je om de oren.
Om vier uur willen we terug. We zijn twee minuten te laat, en de verkeersleiding is keihard. De races beginnen zo en tijdens de races mag er niet gestart of geland worden. We moeten wachten. Erger nog, na de race die 20 minuten duurt zal er nog kort met een Avro Vulcan Jet een aantal low passes gemaakt worden. Ook daar moeten we op wachten. Maar dan dringt de tijd wel erg, want we moeten voor 8 uur (local time) terug zijn op Teuge. We vertrekken om 5 voor 5 (Nederlandse tijd) en arriveren om kwart voor 8 op Teuge. De Man heeft zelfs nog even snel bijgetankt met de Chipmunk op Midden-Zeeland. Zelf heb ik op de terugweg als co-piloot de kist op koers mogen houden en ik moet zeggen, dat valt nog niet mee. De Antonov heeft constant kleine correcties nodig. Eerlijk is eerlijk, na drie uur arriveerde ik met hoofdpijn.
Maar het is een heel apart gevoel zo’n enorme kist te besturen. Hij reageert vlot en prompt op de kleinste input. De stampende motor, dat uitgebreide instrumentenpaneel voor je neus met Russische belettering. Alles nog analoog en begrijpelijk. De Belgische kust aan je voorbij zien glijden, de Zeeuwse eilanden, de ‘grote rivieren’ en dan weer Teuge, waar in het zwoele zomeravondweer de terrassen vol zitten. Kortom, het was een geweldige dag. Gaat het weer een beetje, meneer Brand?
Tekst Gerrit Brand
Fotografie Gerrit Brand en Eduard Mossinkoff (AOPA-lid)