Luchtsportcongres 2013, ‘Ruimte voor luchtvaart’, brengt vliegers en overheden dichter bij elkaar
Het luchtsportcongres 2013 dat op 31 mei door AOPA en KNVvL gezamenlijk werd georganiseerd is zeker niet voor niks geweest. Hoewel er niet meteen oplossingen voor alle problemen (die overigens grotendeels nog op ons af moeten komen) werden gevonden, brachten de inhoud van de betogen van de verschillende sprekers en de discussies achteraf de betrokkenen toch dichter bij elkaar. De soep wordt niet altijd even heet gegeten als hij wordt opgediend. De General Aviation wordt betrokken bij de veranderingen in het luchtruim die er aan zitten te komen. Voor zover dat al niet gebeurt hebben het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (waaronder luchtvaart en dus de GA valt) en de Luchtverkeersleiding Nederland te kennen gegeven graag met de GA (met ons dus) in overleg te willen. Onder leiding van dagvoorzitter Leo van der Goot kwamen ruim 150 belangstellenden bijeen in het Aviodrome. Jan de Vries, voorzitter AOPA, benadrukte in zijn inleiding dat de grote luchtvaart echt niet alle ruimte nodig heeft. ‘Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) vraagt van ons flexibiliteit maar zelf geven ze die niet. De omgekeerde bruidstaart zoals de TMA van Schiphol in de volksmond genoemd wordt (Eng: upside down weddingcake) biedt ons ruimte in de onderste lagen van het luchtruim en die willen we graag benutten.’ Daarmee zette De Vries meteen de toon. Ook Dick van het Kaar van de KNVvL pleitte voor ruimte voor de kleine luchtvaart in Nederland. Van het Kaar vertegenwoordigt nog meer vormen van luchtvaart want in zijn achterban zitten met name parachutespringers die ontevreden zijn omdat ze helemaal uit de TMA Schiphol worden verdreven.
Met Herwart Goldbach van de Deutsche Flugsicherung had men een zeer interessante spreker binnengehaald. Goldbach vliegt zelf en is verkeersleider in Duitsland. Hij zit dus met zijn neus bovenop de problematiek en gaf redelijk ongezouten zijn mening. De verkeersleiding behoort ons piloten niet te zien als lastige figuren die gemanaged en kort gehouden moeten worden maar als klanten. ‘Wij zijn klanten. De luchtverkeersleiding is er om ons in de lucht verder te helpen. Wij betalen belasting, zij worden door ons betaald.’ Hoewel hij over de Duitse situatie praatte, was veel van wat hij te berde bracht toepasbaar op de Nederlandse en voor veel mensen een eye-opener. ‘Alles is verouderd,’ aldus de Duitser, ‘het systeem, de mensen en de mindsetting. De GA wordt in veel landen ondergewaardeerd, niet genoeg op waarde geschat, en verkeerd beoordeeld. De basis voor heel veel banen, research op luchtvaartgebied, handel, scholing en noem maar ligt in de GA. De GA is een belangrijke economische factor.’ Goldbach onderbouwde zijn betoog met cijfers. Bijvoorbeeld, uitgaand van een gemiddelde waarde van een GA-kist van 50.000 euro houdt dat in dat er in Duitsland voor 337 miljoen euro aan kleine vliegtuigen staan. In de hele sector gaat in Duitsland een miljard euro om. ‘Is dat ‘Luftsport’?’ vroeg Goldbach zich af. ‘We hebben het over 90% van alle luchtvaartuigen in Duitsland. Tellen die niet mee?’ ‘Wij zijn de eigenaren van de ATC, van de infrastructuur, de overheid werkt voor ons. U bent de eigenaar van uw land!’ Het probeem is volgens Goldbach dat de mensen die het luchtruim ontwerpen zelf niet vliegen. Als piloot weet je hoe het werkelijk zit met snelheden in de lucht, ruimte die je nodig hebt etc. Wat ziet een VFR-piloot vanuit de cockpit?’ We worden nu al geconfronteerd met Europese regelgeving. Denk aan SESAR (Single European Sky ATM research programme). Een aantal stellingen van Goldbach: Het belang van de GA moet erkend worden. De GA moet meepraten over alle veranderingen. De GA is de ruggengraat van de luchtvaart, want 70% van het vliegen begint bij de GA. De prijs van elektronica (avionics) moet in de hand gehouden worden. Als we zo doorgaan kost de apparatuur meer dan het hele vliegtuig. Vliegen in heel Europa moet hetzelfde worden, alsof het één land is. Brevettering (licensing) moet redelijk blijven (close to reality). De ANSP service onder 3000 ft moet het hele luchtruim omvatten. Afsluitend: ONE SKY FOR ALL. De volgende spreker was Niels Lokman, hoofd afdeling luchthavens van de militaire luchtvaartauthoriteit. Hij legde de focus op civiel-militaire samenwerking, sprak ook over de upside down weddingcake rond Schiphol. Zijn mening: in de onderste luchtlaag moet van alles mogelijk zijn, GA, nationale vluchten etc. Wel hoge eisen blijven stellen aan de veiligheid. ‘Defensie en GA hebben veel raakvlakken,’ aldus Lokman. ‘Het bijzondere karakter van niet van a naar b vliegen, plaatselijk en tijdelijk. We vissen in dezelfde vijver. Hoe gaan we alles voor elkaar krijgen wat wij willen. Hij pleitte voor een pro-actief in plaats van reactief beleid en een flexibel gebruik van het luchtruim. Jasper Daams van LVNL werd wel een beetje gezien als de boeman die ‘ons’ het leven zuur maakt met zijn nieuwe regels en luchtruimindeling. Maar hij benadrukte geen behoefte te hebben aan luchtruim ‘wat we niet nodig hebben. Wij willen meedenken en aan jullie dan ook de vraag ook die stap te zetten en mee te werken. Wij zijn uitvoerders van overheidsbeleid,’ aldus Daams. Dat Lelystad van een groen veld naar een regionale luchthaven moet is op een gegeven moment overheidsbeleid dat wij moeten uitvoeren.’ Daams legde uit dat men bezig is het luchtruim richting Schiphol in het Zuid-Oosten van Nederland te ontsluiten voor civiel verkeer. Daar komt dus een aanvliegpunt (en dus nog meer beperkingen voor de GA), mogelijk inrichting van Cross Border Area Land. Een aantal punten uit zijn verhaal: er is een vierde initial approach fix nodig. Wel moet er natuurlijk een MER (Milieu Effect Rapportage) komen, re-routing voor Rotterdam, verbeterd arrival management voor Schiphol. ‘Wij hebben het als LVNL dus heel druk met Schiphol,’ legde hij uit. ‘Het is geen onwil, maar we hebben daardoor weinig tijd voor de GA. Maar ik vind wel dat we de zaken met de GA goed moeten regelen! De bereidheid om mee te denken is er wel. Ruimte voor de GA moet er blijven,’ aldus Daams die na afloop van zijn verhaal nogal wat kritische vragen kreeg. Alle argwaan kon hij niet wegnemen. Veel GA-vliegers blijven het gevoel houden gemarginaliseerd te worden. ‘Maar we hebben samen een belang, namelijk samenwerken,’ aldus Daams. Hoe het ook zij, het feit dat hij op dit luchtsportcongres (foute naam als we bedenken wat de Duitse luchtverkeersleider over de GA zei) aanwezig was heeft veel goed gedaan en het feit dat hij benadrukte dat er ruimte voor de GA moet blijven moet ons positief stemmen. AOPA blijft uiteraard meepraten over het luchtruim. Namens de Nederlandse Vereniging voor luchthavens sprak Coert Munk. Ook hij benadrukte het belang van samenwerken met de GA. ‘We (KNVvL, AOPA, NACA en NVL) moeten in de toekomst veel meer zelf gaan organiseren, de touwtjes zelf in handen nemen, want de overheid heeft steeds minder tijd en mankracht. Zijn kritiek op LVNL: zij werken nog te zeer vanuit een ivoren toren standpunt: kom maar bij ons aan tafel in plaats van ‘wij komen wel bij julie aan tafel’ en ook de uitspraak van Jasper Daams, ‘wij praten graag met de GA maar als je je punt niet kunt maken moet je dat wel accepteren’ was Munk in het verkeerde keelgat geschoten. ‘Dat getuigt toch nog steeds van een zekere hooghartigheid.’ Verder noemde hij het een definitieprobleem dat Schiphol alles wat geen verkeersvluchten of militaire vluchten betreft GA noemt. Dat maakt de GA veel te breed. Kijk eens naar soortgelijke situaties in Duitsland (NordRhein Westfalen bijvoorbeeld), daar is het ook druk en vol, hoe doen die dat dan, want daar is nog wel ruimte voor de GA. ‘Je moet bij grote projecten ook halverwege eens terugkijken en je herbezinnen,’ aldus Munk. ‘Feiten veranderen. Nu gaat men maar door op de eenmaal ingeslagen weg, heilloos of niet.’ De lijst van interessante sprekers gaat nog even door. De volgende spreker was Hendrik Cazemier coördinator RB&O bij de provincie Groningen. Hij vertelde over de visie op het luchtruim van de provincie(s). Door het luchthavenbesluit vallen groene velden onder de provincie. Geluid en vliegveiligheid. ‘Als je wat wilt met een nieuw vliegveld doe dan mee als er beleid geformuleerd wordt,’ drukte hij de aanwezigen op het hart. In Groningen ligt bijvoorbeeld vliegveld Oostwold van Tom Kars van der Meulen. Die heeft het mooi voor elkaar. De provincie Groningen gaat er vooraleerst vanuit dat er geen nieuwe velden bij komen. Tenslotte sprak Maaike Breukels van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Zij wenste meteen alle twijfel weg te nemen en deelde mee dat ruimte voor de GA beleid is voor de overheid. ‘Het Rijk onderkent het belang van de GA. Er is veel aan het veranderen in de luchtvaart en dus ook in de GA. Er zijn veel belanghebbende partijen en het is goed en nodig dat die relaties met elkaar aan gaan.’ ‘Een nieuwe indeling van het luchtruim betekent versimpeling van het luchtruim. De regelgeving in de luchtvaart wordt in Europees verband afgestemd (EASA) en wij kijken wat wij als Nederland belangrijk vinden,’ aldus Breukels. ‘Natuurlijk brengen we ons Nederlandse standpunt naar voren maar het is niet altijd mogelijk gelijk te krijgen.’ ‘We zoeken naar vaste accommodatie in Nederland voor de GA en praten daarvoor met meerdere partijen, zoals de provincie, exploitanten (luchthavens) en de sector. We willen naar toekomstbestendige locaties toe. Dat heeft alleen een kans van slagen als we met elkaar binnen de (politiek) vastgestelde kaders werken. Dat betekent ook dat partijen soms over hun eigen schaduw heen moeten springen en elkaar tegemoet moeten komen.’ Een mooie afsluiting van een geslaagd congres al was het alleen maar omdat alle partijen aanwezig waren en zich weer eens in de problematiek van de toekomst van de GA konden verdiepen. Dat de neuzen nog lang niet allemaal in dezelfde richting staan is wel duidelijk geworden. Er blijft een gezonde dosis argwaan bestaan bij de sector tegenover de plannen van de overheid met de GA. Maar over en weer is en wordt er druk gepraat en dat is waarschijnlijk de belangrijkste winst die dit congres opleverde. Elkaar je standpunt uitleggen en blijven praten. De overheid is er niet op uit de GA helemaal de nek om te draaien zoals sommigen denken en dat is toch ook fijn om te weten. Tekst en foto’s Gerrit Brand (AOPA) |
|