Anne-Christine Dreue, zakenvrouw van het jaar, legt bij DFA nadruk op brede opleiding
Er zijn een aantal aanleidingen om eens met Anne-Christine Dreue te praten. Zo werd ze tot zakenvrouw van 2010 verkozen en groeide het tien jaar geleden door haar opgerichte DFA in Eelde uit tot de beste vliegopleiding van Nederland en misschien wel van Europa. Er moet een reden zijn voor dit succes.
Anne-Christine Dreue blaakt van de energie als we haar spreken. Ze vertelt snel en graag hoe het met haar en het bedrijf gaat. Ze is duidelijk trots op wat ze in tien jaar tijd bereikt heeft. Het feit dat ze tot zakenvrouw van het jaar (van Noord-Nederland) werd uitgeroepen heeft haar veel publiciteit en dus meer bekendheid opgeleverd. ‘Niet dat we nu ineens veel meer aanmeldingen krijgen voor de opleiding tot verkeersvlieger, zo werkt dat niet, maar zo’n uitverkiezing zet je wel in de picture. Het is een mooie waardering voor al het werk dat je gedaan hebt.’
Het is duidelijk dat Anne-Christine Dreue zelf ook wel vindt, dat de Dutch Flight Academy zoals DFA voluit heet, een fantastisch goede vliegopleiding is. ‘De kwaliteit van de opleiding is zo goed omdat we alles onder één dak hebben, zowel de theorie als de praktijkopleiding. Bij de meeste opleidingen wordt van alles en nog wat uitbesteed, maar bij ons vliegt de leerling-vlieger al tijdens het leren van de theorie, zodat hij het geleerde meteen in praktijk kan benutten.’ Maar waarin DFA zich echt onderscheidt van de anderen is dat er bij de school veel nadruk op de beroepsvorming naar de wordt gelegd. ‘De studenten zijn hier vijf dagen in de week de hele dag aanwezig en we wijzen hen voortdurend op de positie, die ze als gezagvoerder van een airliner gaan innemen. Je bent verantwoordelijk voor je passagiers, daar heb je je naar te gedragen.’
De eerlijkheid gebiedt te melden dat Dreue tien jaar geleden samen met een partner, Jan Smit, DFA startte. Haar compagnon stapte twee jaar geleden uit het bedrijf en sinds die tijd is Anne-Christine Dreue de enige eigenaar van de vliegschool. In die tien jaar groeide het leerlingenaantal van zeven naar ruim honderd. Dat is twee keer zoveel als de KLS, de KLM luchtvaartschool. Het punt is dat de KLS alleen voor KLM Air France opleidt, terwijl de studenten van DFA over de hele wereld emplooi vinden. Als KLM Air France, zoals nu het geval is, geen piloten nodig heeft zet men een stop op de opleiding. Dreue begrijpt dat wel, maar merkt tevens fijntjes op dat de luchtvaartsector op dit moment booming is. In het Verre en Midden-Oosten is er een enorme vraag naar vliegers. ‘Nederland mag dan wel in crisis zijn, dat is niet overal het geval. We hebben net een contract rond met het Indonesische Lion Air waar we in ieder geval voor de komende twee jaar piloten voor gaan opleiden. Gewoon Nederlanders die daar gaan vliegen. Die maatschappij heeft maar liefst 170 Boeing 737-900’s besteld. Kun je nagaan met wat voor voor giga-boom je daar te maken hebt.’ Op de vraag of men in Azië zelf geen vliegers gaat opleiden, antwoordt Dreue dat dat zeker het geval is maar dat de luchtvaartsector daar zo snel groeit dat ze er (nog) niet tegen kunnen opleiden. Kansen genoeg dus voor Nederlandse jongeren die een baan als verkeersvlieger ambiëren.
Die opleiding kost trouwens wel wat. De hele opleiding van begin tot eind, waar men 20 of 21 maanden over doet, kost 112.500 euro. Een behoorlijk bedrag waar men overigens heel veel voor krijgt. DFA beschikt over een grote eigen vloot, dertien vliegtuigen in totaal en twee volledig uitgeruste simulators. Naast eenmotorige PIpers en Tobago’s wordt er ook gevlogen met tweemotorige Diamond Twin Stars (DA 42’s). Dat waren, ten tijde van de aanschaf, bijna experimenteel te noemen kisten voor een vliegschool. Geheel nieuw ontwikkeld, gemaakt van kunststof en vliegend op Jet fuel (diesel) in plaats van Avgas (dure vliegtuigbenzine) waren het vliegtuigen waar men in de wereld van de vliegopleidingen geen ervaring mee had. Maar Anne-Christine Dreue had het goed gezien toen ze drie van deze kisten aanschafte, want tegenwoordig zijn ze alom in gebruik bij vliegopleidingen. Ze zijn stiller, voordeliger en milieuvriendelijker dan de tweemotorige Barons waar ook nog veel mee gevlogen wordt. ‘Als ondernemer moet je vooruitdenken,’ zegt ze er zelf over. ‘Niet bang zijn om nieuwe wegen in te slaan.’ De school beschikt bovendien over twee flightsimulators, één voor de DA 42 en één voor een Boeing 737.
Anne-Christine Dreue heeft een Franse vader en een Noorse moeder. Ooit kwam ze samen met haar man, die bij Shell werkte en in Assen bij de NAM gestationeerd werd, naar Noord-Nederland. Haar carrière in de luchtvaart begon met parachutespringen. Daarna leerde ze vliegen, haalde haar PPL en toen was het hek van de dam. Ze kreeg er zoveel lol in dat ze haar IFR haalde en vervolgens een CPL, waarna ze zelfs als beroepsvlieger vloog. Verder werkte ze enkele jaren op een vliegschool in Twente waar ze simulator-instructeur en hoofd van de theorie-opleiding was. ‘Ik heb daar vooral geleerd hoe je het als school dus niet moet doen. Of anders gezegd, daar heb ik het idee ontwikkeld voor een eigen vliegschool. Dat kennis-overdragen is iets wat me erg veel voldoening geeft.
Eelde noemt ze het ideale vliegveld voor een FTO. ‘We zijn niet voor niets hier gevestigd. Het gebied is relatief dun bevolkt. Groningen Airport Eelde is een ideaal trainingsveld, want het is volledig geoutilleerd. Ik hoop dat de politiek dat ook inziet.’ Want één ding moet Dreue wel van het hart. Ze vindt dat er in Nederland een anti-luchtvaart klimaat heerst. ‘Dat is erg jammer en dat komt door de politiek, die zich helemaal niet druk maakt om de luchtvaartsector. Het verbaast me telkens weer dat een paar mensen die rabiate anti-luchtvaartstandpunten innemen, het kunnen verzieken voor de grote massa die helemaal niets tegen vliegen heeft of er zelfs van geniet. Neem de baanverlenging op Eelde. Onbegrijpelijk dat men na dertig jaar nog geen knopen kan doorhakken. Niet dat wij er enige baat bij zouden hebben, want voor onze doeleinden is de baan lang zat. Maar het gaat om het politieke klimaat dat veel beter zou moeten zijn.’
‘Buitengewoon ergerlijk is natuurlijk de situatie op dit moment op Groningen Airport Eelde, vanwege de geluidscontouren die vol zitten. Daardoor moeten we vaker dan we zouden willen uitwijken naar bijvoorbeeld Leer. We weten allemaal dat een en ander met geluidsoverlast en de voorwaarden die aan het produceren van geluid gesteld worden te maken heeft, maar ook dit is volgens mij een probleem dat een politieke oplossing nodig heeft.’
DFA vliegt niet alleen op Eelde, maar ook op het Duitse Leer wordt veel getraind. ‘We vliegen half Europa door met onze kisten. Al heel vroeg in de opleiding gaan onze students naar de grotere Duitse velden. Zo leren ze die luchthavens kennen en verliezen ze hun angst voor het onbekende.’ Duitsland, Denemarken en zelfs Zweden zijn de landen die door DFA voor trainingsdoeleinden worden aangedaan.
Aspirant-students moeten minimaal 17 en mogen maximaal 31 jaar zijn. ‘We hebben een strenge voorselectie. Die bovengrens qua leeftijd heeft ook te maken met de financiële risico’s die iemand aangaat. Want het bedrag van meer dan een ton moet door de meeste mensen wel geleend worden.’ DFA beschikt overigens over een borgstellingsfonds op basis waarvan banken leningen aan de leerlingen verstrekken kunnen. ‘Vroeg of laat moet het geld terugbetaald worden.’
Op de vraag of DFA ook vrouwelijke leerlingen heeft antwoordt Dreue dat slechts 5 tot 10% van de students vrouw is. ‘Dat is vreemd, want piloot is geen zwaar beroep. Je moet je hersens gebruiken, dat wel, maar er zijn ook vrouwelijke treinbestuurders, buschauffeurs en noem maar op. Ik zie geen reden waarom vrouwen dit prachtige beroep niet zouden willen uitoefenen. ’ t Zal wel iets psychologisch zijn.’
Tekst Gerrit Brand
Fotografie Suhaila Sahmarani
Anne-Christine Dreue blaakt van de energie als we haar spreken. Ze vertelt snel en graag hoe het met haar en het bedrijf gaat. Ze is duidelijk trots op wat ze in tien jaar tijd bereikt heeft. Het feit dat ze tot zakenvrouw van het jaar (van Noord-Nederland) werd uitgeroepen heeft haar veel publiciteit en dus meer bekendheid opgeleverd. ‘Niet dat we nu ineens veel meer aanmeldingen krijgen voor de opleiding tot verkeersvlieger, zo werkt dat niet, maar zo’n uitverkiezing zet je wel in de picture. Het is een mooie waardering voor al het werk dat je gedaan hebt.’
Het is duidelijk dat Anne-Christine Dreue zelf ook wel vindt, dat de Dutch Flight Academy zoals DFA voluit heet, een fantastisch goede vliegopleiding is. ‘De kwaliteit van de opleiding is zo goed omdat we alles onder één dak hebben, zowel de theorie als de praktijkopleiding. Bij de meeste opleidingen wordt van alles en nog wat uitbesteed, maar bij ons vliegt de leerling-vlieger al tijdens het leren van de theorie, zodat hij het geleerde meteen in praktijk kan benutten.’ Maar waarin DFA zich echt onderscheidt van de anderen is dat er bij de school veel nadruk op de beroepsvorming naar de wordt gelegd. ‘De studenten zijn hier vijf dagen in de week de hele dag aanwezig en we wijzen hen voortdurend op de positie, die ze als gezagvoerder van een airliner gaan innemen. Je bent verantwoordelijk voor je passagiers, daar heb je je naar te gedragen.’
De eerlijkheid gebiedt te melden dat Dreue tien jaar geleden samen met een partner, Jan Smit, DFA startte. Haar compagnon stapte twee jaar geleden uit het bedrijf en sinds die tijd is Anne-Christine Dreue de enige eigenaar van de vliegschool. In die tien jaar groeide het leerlingenaantal van zeven naar ruim honderd. Dat is twee keer zoveel als de KLS, de KLM luchtvaartschool. Het punt is dat de KLS alleen voor KLM Air France opleidt, terwijl de studenten van DFA over de hele wereld emplooi vinden. Als KLM Air France, zoals nu het geval is, geen piloten nodig heeft zet men een stop op de opleiding. Dreue begrijpt dat wel, maar merkt tevens fijntjes op dat de luchtvaartsector op dit moment booming is. In het Verre en Midden-Oosten is er een enorme vraag naar vliegers. ‘Nederland mag dan wel in crisis zijn, dat is niet overal het geval. We hebben net een contract rond met het Indonesische Lion Air waar we in ieder geval voor de komende twee jaar piloten voor gaan opleiden. Gewoon Nederlanders die daar gaan vliegen. Die maatschappij heeft maar liefst 170 Boeing 737-900’s besteld. Kun je nagaan met wat voor voor giga-boom je daar te maken hebt.’ Op de vraag of men in Azië zelf geen vliegers gaat opleiden, antwoordt Dreue dat dat zeker het geval is maar dat de luchtvaartsector daar zo snel groeit dat ze er (nog) niet tegen kunnen opleiden. Kansen genoeg dus voor Nederlandse jongeren die een baan als verkeersvlieger ambiëren.
Die opleiding kost trouwens wel wat. De hele opleiding van begin tot eind, waar men 20 of 21 maanden over doet, kost 112.500 euro. Een behoorlijk bedrag waar men overigens heel veel voor krijgt. DFA beschikt over een grote eigen vloot, dertien vliegtuigen in totaal en twee volledig uitgeruste simulators. Naast eenmotorige PIpers en Tobago’s wordt er ook gevlogen met tweemotorige Diamond Twin Stars (DA 42’s). Dat waren, ten tijde van de aanschaf, bijna experimenteel te noemen kisten voor een vliegschool. Geheel nieuw ontwikkeld, gemaakt van kunststof en vliegend op Jet fuel (diesel) in plaats van Avgas (dure vliegtuigbenzine) waren het vliegtuigen waar men in de wereld van de vliegopleidingen geen ervaring mee had. Maar Anne-Christine Dreue had het goed gezien toen ze drie van deze kisten aanschafte, want tegenwoordig zijn ze alom in gebruik bij vliegopleidingen. Ze zijn stiller, voordeliger en milieuvriendelijker dan de tweemotorige Barons waar ook nog veel mee gevlogen wordt. ‘Als ondernemer moet je vooruitdenken,’ zegt ze er zelf over. ‘Niet bang zijn om nieuwe wegen in te slaan.’ De school beschikt bovendien over twee flightsimulators, één voor de DA 42 en één voor een Boeing 737.
Anne-Christine Dreue heeft een Franse vader en een Noorse moeder. Ooit kwam ze samen met haar man, die bij Shell werkte en in Assen bij de NAM gestationeerd werd, naar Noord-Nederland. Haar carrière in de luchtvaart begon met parachutespringen. Daarna leerde ze vliegen, haalde haar PPL en toen was het hek van de dam. Ze kreeg er zoveel lol in dat ze haar IFR haalde en vervolgens een CPL, waarna ze zelfs als beroepsvlieger vloog. Verder werkte ze enkele jaren op een vliegschool in Twente waar ze simulator-instructeur en hoofd van de theorie-opleiding was. ‘Ik heb daar vooral geleerd hoe je het als school dus niet moet doen. Of anders gezegd, daar heb ik het idee ontwikkeld voor een eigen vliegschool. Dat kennis-overdragen is iets wat me erg veel voldoening geeft.
Eelde noemt ze het ideale vliegveld voor een FTO. ‘We zijn niet voor niets hier gevestigd. Het gebied is relatief dun bevolkt. Groningen Airport Eelde is een ideaal trainingsveld, want het is volledig geoutilleerd. Ik hoop dat de politiek dat ook inziet.’ Want één ding moet Dreue wel van het hart. Ze vindt dat er in Nederland een anti-luchtvaart klimaat heerst. ‘Dat is erg jammer en dat komt door de politiek, die zich helemaal niet druk maakt om de luchtvaartsector. Het verbaast me telkens weer dat een paar mensen die rabiate anti-luchtvaartstandpunten innemen, het kunnen verzieken voor de grote massa die helemaal niets tegen vliegen heeft of er zelfs van geniet. Neem de baanverlenging op Eelde. Onbegrijpelijk dat men na dertig jaar nog geen knopen kan doorhakken. Niet dat wij er enige baat bij zouden hebben, want voor onze doeleinden is de baan lang zat. Maar het gaat om het politieke klimaat dat veel beter zou moeten zijn.’
‘Buitengewoon ergerlijk is natuurlijk de situatie op dit moment op Groningen Airport Eelde, vanwege de geluidscontouren die vol zitten. Daardoor moeten we vaker dan we zouden willen uitwijken naar bijvoorbeeld Leer. We weten allemaal dat een en ander met geluidsoverlast en de voorwaarden die aan het produceren van geluid gesteld worden te maken heeft, maar ook dit is volgens mij een probleem dat een politieke oplossing nodig heeft.’
DFA vliegt niet alleen op Eelde, maar ook op het Duitse Leer wordt veel getraind. ‘We vliegen half Europa door met onze kisten. Al heel vroeg in de opleiding gaan onze students naar de grotere Duitse velden. Zo leren ze die luchthavens kennen en verliezen ze hun angst voor het onbekende.’ Duitsland, Denemarken en zelfs Zweden zijn de landen die door DFA voor trainingsdoeleinden worden aangedaan.
Aspirant-students moeten minimaal 17 en mogen maximaal 31 jaar zijn. ‘We hebben een strenge voorselectie. Die bovengrens qua leeftijd heeft ook te maken met de financiële risico’s die iemand aangaat. Want het bedrag van meer dan een ton moet door de meeste mensen wel geleend worden.’ DFA beschikt overigens over een borgstellingsfonds op basis waarvan banken leningen aan de leerlingen verstrekken kunnen. ‘Vroeg of laat moet het geld terugbetaald worden.’
Op de vraag of DFA ook vrouwelijke leerlingen heeft antwoordt Dreue dat slechts 5 tot 10% van de students vrouw is. ‘Dat is vreemd, want piloot is geen zwaar beroep. Je moet je hersens gebruiken, dat wel, maar er zijn ook vrouwelijke treinbestuurders, buschauffeurs en noem maar op. Ik zie geen reden waarom vrouwen dit prachtige beroep niet zouden willen uitoefenen. ’ t Zal wel iets psychologisch zijn.’
Tekst Gerrit Brand
Fotografie Suhaila Sahmarani